Het heeft flink gesneeuwd en Carmen loopt samen met haar
zoon door de sneeuw. Van sneeuw wordt ze altijd zo blij, waarschijnlijk doet
dat haar aan haar eigen jeugd denken. In
haar jeugd, als het had gesneeuwd, speelden de kinderen altijd samen in haar
buurt. Het leek dan net of er een onderlinge verbondenheid met elkaar bestond.
Kinderen waren met elkaar bezig en er was geen ruimte voor pesterijen. Er werd
alleen maar gelachen en vooral hard samengewerkt. Ze hadden destijds een enorme
sneeuwpop in gedachten en het zag er naar uit dat die er ook zou komen. Carmen
ziet nog in gedachten dat de sneeuwpop op een kleine afwerking na gereed was en
Carmen snel op een heen en weertje naar huis gaat om een sjaal, muts en
handschoenen te halen. Haar moeder had al een winterwortel neergelegd voor de
neus en nu moest ze nog iets vinden om de ogen mee te vormen. Op haar kamer
heeft ze nog een paar mooie knikkers liggen, die kan ze wel gebruiken voor een
paar blauwe kijkers. Snel rent ze, met de attributen, terug naar haar buurtgenootjes. De laatste
hand wordt aan de sneeuwpop gelegd. Muts op, sjaal en wanten aan. Nu nog de
ogen en de neus. Het resultaat mag er zijn. Ze ziet weer voor zich hoe tevreden
de kinderen terugkijken op een leuk middagje sneeuwpret.
Hooggevoelige
kinderen kunnen heel makkelijk stemmingen van andere kinderen oppakken en een
middagje sneeuwpret maakt hen ook blij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten